Interventie routines: de onderbouwing
Waarom de focus op het veranderen van gewoontes/routines?
Het verlies van een dierbare verwerkt elk persoon anders. Er is geen juiste manier van rouwen, geen stappenplan om te volgen en geen vaste tijdsduur voor iemand een verlies heeft verwerkt. Wat wel vaststaat is dat het leven anders ingericht zal moeten worden, omdat de ander er niet meer is om de taken te verdelen en de gezamenlijke activiteiten mee uit te voeren. Dit is dan ook de reden dat de interventie gericht is op het aanpassen of vervangen van deze routines.
De keuze voor een stappenplan als interventie
‘Het plannen van de verandering’ is een eenvoudige, maar mogelijk hele effectieve manier om gedragsverandering te bereiken (Morrison & Bennett, 2021). De kracht van deze interventie zit hem juist in de eenvoud: een stappenplan volgen om gestructureerd te kunnen werken aan nieuwe routines. Het stappenplan zelf is samengesteld met behulp van meerdere strategieën die Van Zutphen (2024) beschrijft in haar blog en twee van de drie manieren die Wood (2024) benoemd om gewoontes te veranderen (triggers onderbreken en beloningssystemen).

Visies op rouw en de interventie voor routines
Hoewel er door de tijd heen steeds op verschillende manieren naar rouwverwerking wordt gekeken, zijn de hieronder genoemde twee visies het meest bekend. Beide visies zouden niet als leidraad gezien moeten worden, het zijn simpelweg twee verschillende manieren om naar verliesverwerking te kijken. Er is geen juiste manier van rouwen: geen ‘passende emoties’, ‘goede volgorde’ of ‘acceptabele gedachten’. Sterker nog, waarschijnlijk kom je dezelfde gedachten en gevoelens vaker tegen, ook nadat je dit al een keer hebt verwerkt!
Meer hierover is te lezen in de blog Hoe rouwen mensen.
‘Verlies als fasen’ en de interventie voor routines
De rouwverwerking zelf bestaat algemeen gezien uit de volgende fasen: ontkenning, woede en agressie, schuldgevoel, angst, depressiviteit en aanvaarding. Niet iedereen zal elke fase doorlopen en de volgorde varieert. Bij de fase angst gaat het er (onder andere) om dat de rouwende niet weet hoe verder te leven zonder de ander. De gewoontes en routines kloppen niet meer (Tieleman, 2023). Dit maakt het zo belangrijk om bewust bezig te gaan met het aanwennen van nieuwe routines. Hierom is de interventie gericht op het veranderen van de gezamenlijke routines.
‘Verlies als taken’ en de interventie voor routines
Van Deth (2003) omschrijft vier rouwtaken die mensen na het verlies van een dierbare dienen te volbrengen: het verlies aanvaarden, de pijn van het verlies ervaren, aanpassen aan het leven zonder de overledene en de overledene emotioneel een plek geven en de draad weer oppakken. Bij aanpassen aan het leven zonder de overledene moet daarbij rekening worden gehouden met de taken/verantwoordelijkheden die nu overgenomen moeten worden en de verandering in het toekomstbeeld. Ook hier komt het wijzigen van de gewoontes en routines dus naar voren.
Meer informatie over beide visies is te lezen op de website van Rouwbehandeling.

Gebruikte bronnen:
- Morrison, V. & Bennett, P. (2021) Gezondheidspsychologie (H. Te Baerts, L. Voets, & J. Jammaers, Nederlandstalige bew.; B. van den Berg, J. Koning & J. Bruijn, Vert.; 4e editie). Pearson Benelux.
- Rouwbehandeling (z.d.). Het rouwproces: 7 rouwfases, of 4 rouwtaken? Geraadpleegd op 20 maart 2025, van https://rouwbehandeling.nl/nieuws/rouwproces-7-rouwfases-rouwtaken/?gad_source=1&gclid=Cj0KCQjwv_m-BhC4ARIsAIqNeBsgWDt3N2NQFFMFnj-gqPTXESqZUdSfxETNxhpfKlqbGkYunDslbz8aAjDKEALw_wcB
- Tieleman, M. (2023). Levensfasen: De ontwikkelingspsychologie van de mens (5e druk). Boom.
- Van Deth, R. (2003). Rouw. Psychopraxis, 5(1), 20-24. https://doi.org/10.1007/BF03072052
- Van Zutphen, M. (2024, 2 augustus). Gewoontes doorbreken: waarom het zo moeilijk is en hoe het wel kan lukken. Psycholoog.nl. Geraadpleegd op 27 februari 2025, van https://psycholoog.nl/blogs/gewoontes-doorbreken-waarom-het-zo-moeilijk-is-en-hoe-het-wel-kan-lukken/
- Wood, W. (2024). Habits, Goals, and Effective Behavior Change. Current Directions in Psychological Science, 33(4), 226-232. https://doi.org/10.1177/09637214241246480